Beantwoording Schriftelijke vragen uitbreiding Urnenmuur Montfoort
De raad wordt gevraagd kennis te nemen van de beantwoording van de schriftelijk gestelde vragen door Lokaal Montfoort, de heer C.L. Jonkers, over de uitbreiding van de urnenmuur op de Stuivenberg.
Vraag 1.
Waarom wil de gemeente de urnenmuur nu toch plaatsen op de plek die bij de aanleg en inrichting van de begraafplaats destijds ook al is afgewezen?
Antwoord:
In de ontwerpfase van de De Stuivenberg was de huidige locatie, hoewel meer op de centrale as gesitueerd, één van de potentiële locaties voor een Urnenmuur. In de ontwerpfase van de bestaande urnenmuur komt de huidige locatie opnieuw in beeld. In dit ontwerp (okt 2013)is de urnenmuur nagenoeg op dezelfde locatie geprojecteerd.
Op 23 januari 2020 hebben wij met een aantal aanwonenden, de heer Van Meekeren, als Landschaps architect, en de betrokken ambtenaar de begraafplaats bezocht. Tijdens het bezoek zijn gezamenlijk alle mogelijke locatie 's op de Stuivenberg nagelopen. Bij iedere locatie is een zorgvuldige afweging gemaakt. De gezamenlijke conclusie was dat de met het huidige ontwerp beoogde locatie de meest geschikte locatie is.
De voorgestelde rechte muur van ongeveer 20 meter lengtevond men te massief. Ter plekke werd voorgesteld om de nieuwe urnenmuur een meer intiem karakter te geven, in de vorm van een L of een U. Dat werd dooraanwezigen ondersteund.
Vraag 2.
De werkgroep heeft een alternatief aangedragen. Waarom isde werkgroep nooit geïnformeerd over de redenen en motivering van de gemeente om dit alternatief af te wijzen?
Antwoord:
Tijdens het bezoek zijn de aanwonden en de overige aanwezigen ruimschoots gehoord. De gezamenlijke conclusie is meegenomen in het ontwerpproces. Omdat toentertijd het idee ontstond dat er een gezamenlijke consensus was is verder geen gevolg gegeven aan het aangedragen alternatief.
Het alternatief is overigens ontvangen na onze aanvraag van de vergunning op 16 juli jl.
Tot aan 26 juli jl., het moment van het ontvangen van het gezamenlijke alternatief, was het ons niet bekend dat de bewoners zich hadden georganiseerd in een werkgroep.
Vraag 3.
Waarom schrijft de gemeente in haar verweerschrift bij de commissie beroeps en bezwaarschriften dat het "niet de bedoeling is ideeën van burgers uit te voeren of daar medewerking aan te verlenen"? Is dit de visie van de ambtelijke organisatie of van de portefeuillehouder? Was de portefeuillehouder op de hoogte van deze zinsnede in het verweerschrift?
Antwoord.
De genoemde zin 'niet de bedoeling is ideeën van burgers uit te voeren of daar medewerking aan te verlenen staat niet in het verweerschrift.
In het verweerschrift is wel opgenomen dat op basis van het verslag van de visitatie er geen aanleiding is om de ideeën van omwonenden nader uit te werken, doordat vormgeving een kwestie van smaak is.
Vraag 4.
Bent u met ons van mening dat participatie bij dit soortbesluiten een belangrijke rol spelen. Waarom doet u dat dan niet nu het participatietraject zo'n prominente rol krijgt bij de invoering van de Omgevingswet. Destijds is ook in goed overleg met de werkgroep een oplossing gezocht voor de urnenmuur tot volle tevredenheid van iedereen. Er is één keer een bijeenkomst geweest. Daarna heeft de werkgroep nooit meer iets vernomen van de gemeente. Waarom is de werkgroep niet nauwer betrokken in het proces?
Antwoord:
Wij zijn ook van mening dat participatie een belangrijke rol heeft in te nemenbesluiten. Zoals geschreven waren wij in de veronderstelling dat er een consensus was bereikt na het bezoek ter plekke. Zo hebben wij het idee van een rechte urnenmuur losgelaten, met name door inbreng van de aanwonenden gedurende het bezoek. Echter, het ontwerp moest wel voldoende capaciteit bieden aan afdoende urnen nissen ook op langere termijn, zonder dat opnieuw een ontwerpaanpassing noodzakelijk was. Daar voldeed een 2-laagse oplossing niet aan. Uitgaande van de eerdergenoemde veronderstelling van consensus hebben wij vervolgend het ontwerp gedeeld met de betrokkenen en hen geïnformeerd over de start van het vergunningentraject.
Terugkijken constateren we dat het zorgvuldiger was geweest om onze aanname van een consensus met de aanwezigen te toetsen. Het is onjuist dat de 'werkgroep' nooit iets gehoord heeft van de Gemeente. Er zijn minimaal 3contactmomenten per mail geweest met de heer van Seeters als vertegenwoordiger van de werkgroep.
Vraag 5.
Wat is de reden geweest dat u niet communiceert naar werkgroep en de gemeenteraad? De werkgroep heeft geen enkele reactie ontvangen op haar verzoeken tot overleg. En sommige raadsleden zo bleek afgelopen zaterdag waren hoogst verbaasd over de problemen en in de veronderstelling dat de urnenmuur al gerealiseerd was.
Antwoord:
Op 27januari 2020 heeft de raad de uitvoering van het besluit neergelegd bij het college. Als college hebben wij uitvoering gegeven aan het besluit. De afhandeling van bezwaren is ook een uitvoeringszaak. Hierbij is het niet gebruikelijk dat de raad of de commissie wordt geïnformeerd over alle lopende bezwaren. Wij begrijpen het gevoel bij de werkgroep dat zij te weinig gekend zijn in het ontwerp. Zoals in de beantwoording van vraag 4 is aangegeven en terugkijkend moeten wij vaststellen dat wij de werkgroep beter hadden kunnen meenemen in het proces.
Vraag 6.
U heeft hiermee uw actieve informatieplicht naar de raad verzuimd. Dat is niet de eerste keer. Wij verzoeken u daarom ons door middel van een informatiebrief te informeren over de chronologische gang van zaken vanaf het moment dat de raad het krediet beschikbaar heeft gesteld die tot de keuze hebben geleid. De rol en betrokkenheid van de werkgroep in het proces te verduidelijken. De redenen en motivering kenbaar te maken die tot de keuze heeft geleid van de gemeente die op bezwaren van de werkgroep stuiten en ook op bezwaar van onze fractie.
Daarnaast willen wij een overzicht van de besteding vanaf het moment dat het krediet beschikbaar is gesteld.
Antwoord.
U vraagt ons om een chronologische gang van zaken. In het onderstaande geven wij een opsomming van de gang van zaken.
16 Januari2020
Uitnodiging tot overleg op locatie.
17 Januari2020 •
Bevestiging locatie bezoek op 23januari 2020.
23 januari 2020 •
Locatie bezoek op de Stuivenberg
23 januari 2020: 's Avonds de analyse locatie bezoek ontvangen van de heer Van Meekeren.
30 januari 2020: Verslag van het locatie bezoek van de heer Seeters ontvangen.
19 Mei2020
De heer van Seeters vraagt per mail hoever de plannen zijn.
20 Mei2020
De heer van Seeters ontvangteen reactie dat het ontwerpproces is opgestart. Hij voor de vergunning aanvraag het ontwerp krijgt toegestuurd.
13 juli 2020
Het ambtelijk goedgekeurde ontwerp wordt de heer Seeters toegestuurd.
16 juli 2020
Het ontwerpbureau vraagt de omgevingsvergunning aan.
26 juli 2020
Reactie van de heer van Seeters met een aanpassing op het ontwerp.
2 aug. 2020
De heer van Seeters dient een verzoek om te praten, wethouder vraagt of het ambtelijk opgelost kan worden.
17 aug. 2020
Melding aan de heer van Seeters aanvraag omgevingsvergunning en dat eventuele bezwaren ingediend kunnen worden in de bezwaarperiode.
7 sept. 2020
ODRU verleent de omgevingsvergunning.
1 okt. 2020
Bezwaar wordt ingediend.
24 dec.2020
: Schriftelijke mededeling, namens het college van Burgemeester en Wethouders op basis van het advies van de commissie bezwaar- en beroepschriften ontvankelijk maar ongegrondverklaring van de bezwaren.
8 januari 2020
Brief aan de raad van de heer Seeters met onder andere het verzoek aan de raad om het plan niet door te laten.
14 januari 2020: Telefonisch ambtelijk contact met de heer van Seeters.
Eind mei 2020 heeft de aannemer opdracht ontvangen tot realisatie van de nieuwe urnenmuur. De opdracht is circa van € 46.000(excl. BTW) en valt binnen het door uw raad beschikbaar gestelde budget. Wij hebben conform de opdracht een eerste termijn van 25% van de opdrachtsom betaald.
Vraag 7.
Zolang er geen duidelijkheid is verschaft door het college aan de raad (verzuim actieve informatie -plicht) én om ongewenste ontwikkelingen op de begraafplaatste voorkomen verzoeken wij u dringend het hele proces van de realisatie van een nieuwe urnenmuur tot nader order op te schorten.
Antwoord.
Opschorting van de uitbreiding van de urnenmuur treft rechtstreeks de beschikbaarheid voor een gepast afscheid van overledenen. Om die reden en aangezien er onderliggend aan de realisatie van de urnenmuur een raadsbelduit en collegebesluiten liggen en de ongegrondverklaring van het bezwaar door de commissie bezwaar- en beroepschriften zien wij overwegend argumenten om dit proces nu niet te temporiseren.