Naar aanleiding hiervan heeft onze fractievoorzitter Rob Jonkers vragen gesteld aan het college.

1. Klopt het dat er een aanvraag is gedaan door de bewoner(s) van de Molenstraat om een raam in de historische stadsmuur te maken in de vorm van een schietgat?

Antwoord: Ja er is een aanvraag gedaan door de bewoners van Molenstraat.

2. Klopt het dat Mooi Sticht hier een positief advies over heeft uitgebracht en wat is de motivering?

Antwoord: Ja, de commissie ruimtelijke kwaliteit heeft een positief advies afgeven.

3. Wat is de motivering van het college om een aanvraag In behandeling te nemen en een recent gerestaureerde historische stadsmuur ernstig aan te tasten meteen raam wat er nooit heeft gezeten? 

Antwoord:Iedere aanvraag wordt onafhankelijk getoetst aan van toepassing zijnde aspecten zoals bouw- wet- en regelgeving, daarvoor geldende voorschriften w.o.bouwbesluit en het bestemmingsplan. Of er sprake is van aantasting van de recent gerestaureerde stadsmuur wordt beoordeeld door de commissie ruimtelijke kwaliteit. Binnen het vergunningsproces wordt het advies van de commissie ruimtelijke kwaliteit doorgaans overgenomen ongeacht of dit een (rijks)monument betreft.

4. Is er gezien dit voornemen bij MooiSticht wel de vereiste historische kennis aanwezig om hier een gefundeerd advies over uit te kunnen brengen? 

Antwoord:Historische kennis is in de commissie ruimtelijke kwaliteit ruim aanwezig, dit is een vereiste bij de samenstelling van de commissie ruimtelijke kwaliteit.

5. Welke rol heeft de ODRU in dit proces? 

Antwoord:De ODRU behandeld de aanvraag omgevingsvergunning als externe uitvoerende dienst van de gemeente (gemeenschappelijke regeling) en coördineert met de gemeente.

Toelichting MooiSticht:

 Geacht college,

 In aansluiting op het advies van 18 mei 2020 berichten wij u het volgende

 Bij een bezoek ter plaatse is geconstateerd dat de woonkamer van deze woning erg donker en gesloten van karakter is. Zoals we ook al gesteld hebben konden we ons van de eerder getoonde suggesties een enkele goed voorstellen. Wel gaven we aan dat de grootste voorkeur lag bij het geheel gesloten houden van de muur. Na het bezoek ter plaatse komen we nu tot de conclusie da ter toch eigenlijk niet te ontkomen valt aan een enkele opening, mits zorgvuldig gedetailleerd en in overeenstemming qua uitvoering en verhouding als één van de‘schietgaten’ elders in de muur.

 In het voorliggende plan wordt voldaan aan het hierboven gesteld.Naast de goede verhoudingen in dit langwerpige verticale ‘gat’ achten we het aanvaardbaar dat het benodigde kozijn achter het muurwerk wordt geplaatst.

 Zoals nu voorgesteld is er sprake van een aanvaardbare gevelopening in het bestaande muurwerk goed uit gedetailleerd en met voldoende respect voor de cultuurhistorische waarden van de aanwezige stadsmuur.

‍